Abonneer je nu voor nieuwe blogs en de mogelijkheid tot reageren op deze website!
We rijden iedere ochtend naar het ziekenhuis. Zij houdt mijn koffie vast en ik rij als een malle. Bijna iedere nacht slaap ik bij haar, omdat mijn wekker en ik een relatie hebben waarbij we langs elkaar heen leven. Eigenlijk verslaap ik me dus altijd. Daarom slaap ik bij haar, dan kan zij mij wakker maken. En toch, hebben we iedere ochtend weer haast. Geen idee hoe dat komt.
Iedere ochtend hetzelfde ritueel. Wakker worden, snel douchen, kleding bij elkaar schrapen, koffie zetten, peuk opsteken, auto inspringen. “shit, vergeten deur op slot te doen.” Auto weer uit, deur op slot, auto weer in en vol gas de straat uit. Ongeveer veertig minuten, één kop koffie en één sigaret later rij ik samen met mijn heldin het parkeerterrein van het AMC op. Snel naar binnen rennen, melden bij de receptie, door de gangen naar de juiste wachtkamer, waar we vervolgens mogen wachten. Waarom al die haast, ik vraag het me iedere keer weer af.
Dan horen we de stem van een van de radiologen: “Mevrouw Heldin, u bent aan de beurt.” Mijn heldin staat op, ze laat haar tas en jas bij mij achter. Ik kijk haar na en als ze om de hoek verdwijnt, kijk ik naar het koffieapparaat. Ze hebben hier een apparaat van Nescafé, dat is de meest verschrikkelijke automatenkoffie die ik ken. Maar ook in dit geval, ik doe het iedere ochtend weer, pak ik een bekertje en zet het onder het apparaat. Misschien is het zelfkastijding, met in mijn achterhoofd de gedachte, zij ongemak, dan ik ook ongemak. Al is ranzige koffie niet te vergelijken met het ongerief van bestraling.
Ik merk dat de bestraling haar begint te breken. Ze staat nog steeds overeind en doet heel stoer, maar ik ken haar door en door. Ik zie dat ze moe begint te geraken, heel moe. Zo levendig als ze normaal het leven door gaat, zo doods kan ze nu op de bank zitten. Als een klein vogeltje in het hoekje met haar tablet, spelletje spelen. Sommige momenten krijgt ze een opleving en dan komt ze bij mij langs, loert ze door mijn huis heen om tot de conclusie te komen dat ik eigenlijk weinig tijd heb om mijn rotzooi op te ruimen. Ze pakt het op en begint standaard mijn vaatwasser in te ruimen. Zodra ze daar klaar mee is, vergaart ze alle lege wijnflessen en stopt ze netjes in plastic-zakken. Daarna wil ze een kop koffie, die ik met alle liefde voor haar maak. Tijdens de koffie kletsen we over van alles en nog wat en dan gaat ze weer naar huis. Maar voor ze gaat, neemt ze altijd mijn wijnflessen verzameling mee. Volgens mij weet ze dat ik liever niet naar de glasbak ga, schaam me toch altijd een beetje.
Vreemd eigenlijk hoe ze ook in deze situatie haar rol niet kwijtraakt. Zij zorgt, voor anderen, altijd. Ik doe mijn best om voor haar te zorgen, maar je merkt dat zij nog altijd de betere is in die rol. Misschien is het omdat ze jaren lange ervaring heeft, meer dan ik. Misschien is het omdat de natuur het ons zo voorschrijft. Zij de moeder en ik de dochter. Zij ten alle tijden de moeder, ik ten alle tijden de dochter, zelfs nu zij kanker heeft.
Reacties