Abonneer je nu voor nieuwe blogs en de mogelijkheid tot reageren op deze website!
Gisteren was het columnistencabaret, waarbij ik een nieuw stuk heb voorgedragen. Dit wil ik de lezers, die niet aanwezig konden zijn, niet onthouden, dus hier in geschrift:
Ik sluit mijn ogen en probeer voor de geest te halen hoe het voelde. Die warme hand, hoe die soms krachteloos in de mijne lag. En soms, alsof mij iets duidelijk gemaakt moest worden, ferm kneep. De geur die in de kamer hing, zwaar, bitter en ziek. Maar soms, voor een halve dag rook het fris, naar Switzal. In de kamer was het warm, iedere dag weer. Het broeide, alsof er iets aan zat te komen. Als een zomeravond die wacht op het onweer. En ik zat daar, iedere dag en iedere nacht, met die speciale hand in de mijne.
Ik probeer met alle macht diezelfde waarnemingen weer te proeven, hoe warm was die hand, hoe hard kneep hij? Hoe rook de kamer? Maar zoals de tijd in één jaar is vervlogen, is de intensiteit van de waarneming weggegaan. De angst die ik er toen al voor had; iedere dag die ik verder in de tijd ga, zal ik meer afstand nemen van de waarnemingen die wij samen ervoeren. Het is bewaarheid geworden. In mijn gedachten kan ik nog wel de contouren van jouw hand naar voren halen, de vorm van je nagels, de rimpels op de plekken waar jouw vingers bogen. Je ringvinger, die in een knik zat, door een verschoven pees. Maar de waarneming is nu niets meer dan een woordelijke herinnering in mijn gedachten. Ik voel het niet meer, ik ruik het niet meer, ik zie het niet meer.
De tijd heelt alle wonden is wat ze mij vertelden, maar ik kon het niet geloven en ik wilde niet dat de wonden dicht zouden gaan. Want als de wond niet meer zou zijn, zou jij in de vergetelheid raken.
Hoe kon deze pijn ooit verdwijnen? Hoe kon ooit het verdriet weggaan, wat ik voelde toen ik je laatste warme adem op mijn huid voelde. Hoe kon ooit het gemis minder worden, het gemis van jouw sprankelende ogen, als je mij weer wat geks zag doen. Hoe kon het gat dat jij achterliet ooit opgevuld worden? Maar zij hadden deels gelijk. De pijn is even groot, maar niet meer iedere dag aanwezig. Het verdriet, het is even groot, maar niet meer iedere dag aanwezig. Het gemis, het gat, het is even groot, maar niet meer iedere dag aanwezig. De dagen dat het verdriet en de pijn er niet zijn, zijn de dagen die gevuld worden met mooie herinneringen aan jou. Hoe jij schreef, hoe je sprak, hoe jij lachte, hoe jij en ik samen genoten. En wanneer ik langs je foto loop, zo prominent in de huiskamer aanwezig, kijk jij met je bijzondere ogen mij na.
En nu, sta ik hier, op het podium. Ik weet dat je met trots op me neerkijkt, maar ook schud jij met je hoofd, omdat het altijd beter kan. En straks, als ik hier naar het toilet ga en mijn handen was terwijl ik in de spiegel kijk, kijk jij terug. Want papa, ik lijk steeds meer op jou.
Reacties
Beste Gauwe,
Geen dank, kwam vanuit mijn hart en met liefde gedeeld!
Ik ben stil. Gebeurt niet vaak. Thanks. Mooi.